Visie
Allereerst is het mijn doel een veilige omgeving voor het kind neer te zetten waarin het kind de ruimte krijgt zichzelf te zijn.
Elk kind is anders, denkt anders, voelt anders en gaat anders met dingen om en is daarom uniek. Daarom vind ik het belangrijk elk kind persoonlijk te benaderen. Het kind mag zichzelf zijn. Om elk kind zichzelf te kunnen laten zijn, zijn er een aantal basisvoorwaarden nodig, de bekende vier R's.
Allereerst is het mijn doel een veilige omgeving voor het kind neer te zetten waarin het kind de ruimte krijgt zichzelf te zijn.
Elk kind is anders, denkt anders, voelt anders en gaat anders met dingen om en is daarom uniek. Daarom vind ik het belangrijk elk kind persoonlijk te benaderen. Het kind mag zichzelf zijn. Om elk kind zichzelf te kunnen laten zijn, zijn er een aantal basisvoorwaarden nodig, de bekende vier R's.
Rust
Elk kind heeft recht op voldoende rust om zichzelf te kunnen zijn. Dit betekent een voorspelbare en veilige omgeving. Het kind weet waar het aan toe is, kan zich terug trekken om dingen te verwerken, en kan vanuit die rust ook nieuwe uitdagingen op zoeken. Dit uit zich in een duidelijk herkenbaar patroon van de dag, zoals eten, spelen, slapen en de kleinere dingen die erbij horen.
Regelmaat
Kinderen zijn nieuwsgierige onderzoekertjes, maar allemaal op hun eigen manier. Het ene kind rent ergens op af zonder gevaren te zien, het andere kind blijft juist op afstand controleren of iets veilig is en onderneemt daarna pas actie.
Elke dag leert en ontdekt een kind nieuwe dingen en moet dit verwerken. Het hanteren van een steeds terugkerend patroon en een herkenbare dagindeling helpen het kind een goede basis te geven, waarbij genoeg ruimte is om nieuwe dingen te ontdekken en leren.
Ruimte
Er moet ruimte zijn voor het kind om dingen te kunnen leren. Elk kind leert op zijn eigen manier en tempo. Daarom zullen activiteiten afgewisseld worden met rustmomenten. Er zijn momenten om leker te rennen en de wereld te ontdekken, en momenten waarop kinderen zich terug kunnen trekken en alles kunnen laten bezinken. Leeractiviteiten worden afgewisseld met ontspanningsactiviteiten.
Daarnaast betekent ruimte ook de ruimte om zichzelf te kunnen zijn.
Respect
Elk kind is volwaardig. Elk kind verdient respect en mag gehoord worden. Bij elk kind wordt gekeken naar wat het kind aankan en prettig vind en daarop inspelen. Dat betekent ook dat leermomenten aangepast kunnen worden op de interesse van het kind. Het kunnen inleven in de belevingswereld van het kind is daarbij erg belangrijk.
Waarden en normen
Daarnaast is het aanleren van goede waarden en normen ook belangrijk. Van waarom slaan we elkaar niet als we boos zijn, maar praten we erover tot het 'hallo' en 'dag' zeggen. Hierbij wordt gedacht vanuit het respect en waardering hebben voor elkaar.
Basiscommunicatie en interventietechnieken
Ik zal hierin gebruik maken van de basiscommunicatie, waarin positief communiceren op de voorgrond staat. Een voorbeeld hiervan is, vooral zeggen wat wel kan en de kinderen helpen naar elkaar te luisteren. Een simpel voorbeeld is 'denk niet aan een roze olifant', het eerste wat je bij deze opdracht doet is juist denken aan een roze olifant. Kinderen zijn hierin gevoeliger en kunnen op deze manier hun gedrag niet regulieren, daarom is het belangrijk om aan te geven wat wel mag, dus in plaats van 'niet gooien', kan ook gezegd worden 'leg het maar rustig neer'.
Natuurlijk zijn er vaak momenten waar je het woord 'niet' wel moet gebruiken, maar daarna zal altijd het alternatief volgen, zoals 'niet slaan, dat doet pijn, zeg maar 'hou op'.
Persoonlijke visie
Ik ben zelf christelijk en draag dat als een deel van mijn persoonlijke identiteit mee. Dit houdt in dat ik mijn waarden en normen soms wat anders hanteer, zo zal ik niet vloeken en kinderen hierin ook absoluut niet stimuleren en zo is er voor het eten bij ons altijd ruimte voor een gebed naast het normale 'smakelijk eten' liedje. Maar als gastouder sta ik open voor alle geloven en zal ik geen geloofsovertuiging aan de kinderen opleggen. Dit is een taak van de ouders. Als ouders wensen hebben betreffende hun eigen geloofsovertuiging zal ik daar uiteraard ook rekening mee houden en zover mogelijk ruimte voor creëren.
Elk kind heeft recht op voldoende rust om zichzelf te kunnen zijn. Dit betekent een voorspelbare en veilige omgeving. Het kind weet waar het aan toe is, kan zich terug trekken om dingen te verwerken, en kan vanuit die rust ook nieuwe uitdagingen op zoeken. Dit uit zich in een duidelijk herkenbaar patroon van de dag, zoals eten, spelen, slapen en de kleinere dingen die erbij horen.
Regelmaat
Kinderen zijn nieuwsgierige onderzoekertjes, maar allemaal op hun eigen manier. Het ene kind rent ergens op af zonder gevaren te zien, het andere kind blijft juist op afstand controleren of iets veilig is en onderneemt daarna pas actie.
Elke dag leert en ontdekt een kind nieuwe dingen en moet dit verwerken. Het hanteren van een steeds terugkerend patroon en een herkenbare dagindeling helpen het kind een goede basis te geven, waarbij genoeg ruimte is om nieuwe dingen te ontdekken en leren.
Ruimte
Er moet ruimte zijn voor het kind om dingen te kunnen leren. Elk kind leert op zijn eigen manier en tempo. Daarom zullen activiteiten afgewisseld worden met rustmomenten. Er zijn momenten om leker te rennen en de wereld te ontdekken, en momenten waarop kinderen zich terug kunnen trekken en alles kunnen laten bezinken. Leeractiviteiten worden afgewisseld met ontspanningsactiviteiten.
Daarnaast betekent ruimte ook de ruimte om zichzelf te kunnen zijn.
Respect
Elk kind is volwaardig. Elk kind verdient respect en mag gehoord worden. Bij elk kind wordt gekeken naar wat het kind aankan en prettig vind en daarop inspelen. Dat betekent ook dat leermomenten aangepast kunnen worden op de interesse van het kind. Het kunnen inleven in de belevingswereld van het kind is daarbij erg belangrijk.
Waarden en normen
Daarnaast is het aanleren van goede waarden en normen ook belangrijk. Van waarom slaan we elkaar niet als we boos zijn, maar praten we erover tot het 'hallo' en 'dag' zeggen. Hierbij wordt gedacht vanuit het respect en waardering hebben voor elkaar.
Basiscommunicatie en interventietechnieken
Ik zal hierin gebruik maken van de basiscommunicatie, waarin positief communiceren op de voorgrond staat. Een voorbeeld hiervan is, vooral zeggen wat wel kan en de kinderen helpen naar elkaar te luisteren. Een simpel voorbeeld is 'denk niet aan een roze olifant', het eerste wat je bij deze opdracht doet is juist denken aan een roze olifant. Kinderen zijn hierin gevoeliger en kunnen op deze manier hun gedrag niet regulieren, daarom is het belangrijk om aan te geven wat wel mag, dus in plaats van 'niet gooien', kan ook gezegd worden 'leg het maar rustig neer'.
Natuurlijk zijn er vaak momenten waar je het woord 'niet' wel moet gebruiken, maar daarna zal altijd het alternatief volgen, zoals 'niet slaan, dat doet pijn, zeg maar 'hou op'.
Persoonlijke visie
Ik ben zelf christelijk en draag dat als een deel van mijn persoonlijke identiteit mee. Dit houdt in dat ik mijn waarden en normen soms wat anders hanteer, zo zal ik niet vloeken en kinderen hierin ook absoluut niet stimuleren en zo is er voor het eten bij ons altijd ruimte voor een gebed naast het normale 'smakelijk eten' liedje. Maar als gastouder sta ik open voor alle geloven en zal ik geen geloofsovertuiging aan de kinderen opleggen. Dit is een taak van de ouders. Als ouders wensen hebben betreffende hun eigen geloofsovertuiging zal ik daar uiteraard ook rekening mee houden en zover mogelijk ruimte voor creëren.